Oefening, oefentoets en toets

Omschrijving

Met een toetsmatrijs 'bouw' je een toets op, er wordt onder andere bepaald welke vragen er in de toets komen, hoeveel tijd een kandidaat krijgt, wat de cesuur wordt en wat kandidaten tijdens en na een afname mogen zien.

Eén van de eerste keuzes die gemaakt worden bij de instellingen is het soort toets waarvoor de toetsmatrijs gemaakt wordt. Er kan gekozen worden uit drie typen toetsen, waarvan twee formatieve vormen en één summatieve vorm:

• Oefening (formatief)
• Oefentoets (formatief)
• Toets (summatief)

Oefening
Een 'Oefening' is een vorm van formatief toetsen welke gericht is op herhaling en terugkoppeling (feedback op gegeven antwoorden). Een oefening heeft een aantal kenmerken:

• De kandidaat kan niet vrij navigeren in een oefening, de kandidaat kan alleen vooruit.
• Het is mogelijk om vragen te laten herhalen totdat de kandidaat deze 1, 2 of 3 keer achter elkaar juist heeft beantwoord. Bij deze instelling zal de vraag na het benodigde aantal keer juist beantwoorden, niet langer terugkomen en worden alleen de nog niet juist beantwoorde vragen aan de kandidaat voorgelegd.
• Tijdens de afname van de oefening krijgt de kandidaat na elke vraag te zien of deze juist of onjuist is beantwoord (en een terugkoppeling wanneer deze bij de vraag is ingevuld).

Oefentoets
Een 'Oefentoets' is vrijwel gelijk aan het soort 'Toets' en kan bijvoorbeeld gebruikt worden als voorwaardelijke toets (formatief). Het verschil is dat tijdens een oefentoets na elke vraag terugkoppeling gegeven kan worden. Er kan ook voor gekozen worden om dit enkel achteraf te tonen.

Toets
Het type ‘Toets’ is bedoeld voor summatieve afnames en heeft daarom ook de meeste opties rondom een veilige afname. Kenmerken van een toets zijn onder meer:

• Een toetsmatrijs van een toets is alleen geldig wanneer het aantal vereiste vragen daadwerkelijk gesteld kan worden (als er niet voldaan kan worden aan het vereiste aantal vragen, kan de toets niet worden afgenomen).
• De kandidaat kan, mits zo ingesteld, vrij navigeren waardoor hij de mogelijkheid heeft om tijdens de toets een vraag over te slaan en deze later (voordat de toets afgesloten wordt) alsnog te beantwoorden. De gegeven antwoorden zijn dan nog aan te passen voordat de toets wordt afgesloten. Er kan ook worden ingesteld dat de kandidaat niet terug kan naar de vorige vraag, de kandidaat kan dan alleen door naar de volgende vraag. Hierdoor kan een antwoord dus niet op een later moment nog gecorrigeerd worden.
• Er wordt geen terugkoppeling gegeven tijdens de toets. Afhankelijk van de keuze om dit te tonen aan de kandidaat, kan ingesteld worden dat met het resultaat ook de feedback op vragen wordt getoond.